Dubbel bijzonder

Leerlingen met kenmerken van begaafdheid en kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen noemen we "dubbel bijzonder". Meestal worden ze echter niet als zodanig (h)erkend...

Welke signalen zijn van belang om hen beter te begrijpen? Welke mogelijkheden zijn er om hen te begeleiden?

Verken binnen dit thema welke succesvolle strategieen kunnen bijdragen aan de optimale talentontwikkeling van deze bijzondere kinderen.

Meer informatie Minder informatie
VolgendOntvolgen

Redactie

Onvoldoende controle over emoties

Begaafde leerlingen met emotionele problemen kunnen heftig reageren, niet passend bij de situatie.  Bij het minste geringste zijn ze gefrustreerd en worden ze boos, gaan schreeuwen of lopen weg.

Agressief gedrag

Wanneer de omgeving moeite heeft met het ontvangen en opvangen van dit gedrag en dit ervaart als bedreigend dan spreken we over agressief gedrag. Agressief gedrag kan bestaan uit fysiek of verbaal gedrag en leidt vaak tot handelingsverlegenheid.

Indien bovenstaande aansluit bij uw bevindingen bij een specifieke leerling, verken dan de volgende vragen:

  1. Wat zie je bij de leerling?
  2. Wat heeft de leerling op dit moment nodig?
  3. Wat ga je doen?
  4. Hoe ga je het realiseren?

Observeer (opnieuw) de situatie en breng deze in kaart

Wat zie je bij de leerling?

  • Verbale agressie (schreeuwen, schelden)
  • Fysieke agressie (slaan, schoppen, gooien met voorwerpen)
  • Weglopen
  • etc.

 

Analyseer na de fase van signaleren samen met leerling, ouders en andere betrokkenen het beeld van de situatie. Bepaal wat nodig is om de situatie te veranderen en benoem de onderwijsbehoeften van de leerling.

Wat heeft de leerling op dit moment nodig?

Het is belangrijk dat de leerling ervaart dat hij zelf invloed heeft op zijn eigen ontwikkeling. Hiervoor is het nodig dat de leerling zijn eigen kwaliteiten en uitdagingen (er)kent.

De leerling die onvoldoende controle heeft over zijn emoties heeft een leerkracht nodig die:

  • Inzicht heeft wat de aanleidingen kunnen zijn voor de leerling om de controle over zijn emoties te verliezen.
  • Preventief kan handelen.
  • Duidelijk maakt welk  gedrag hij verwacht  van de leerling.
  • Duidelijk maakt wat de consequenties zijn als de leerling over grenzen gaat.
  • Rustig is.
  • Consequent is.
  • Niet de discussie met de leerling aangaat.
  • Gesprekken voert met de leerling.
  • Een veilig klimaat kan bieden.
  • Structuur en duidelijkheid biedt.

De leerling die onvoldoende controle heeft over zijn emoties heeft medeleerlingen nodig die:

  • De leerling accepteren zoals hij is.
  • Elkaar waarderen en respecteren.

De leerling die onvoldoende controle heeft over zijn emoties heeft een onderwijsomgeving nodig die:

  • Duidelijk en gestructureerd is zodat de leerling weet wat er van hem verwacht wordt.
  • Uitdagend is en qua niveau goed aansluit bij de capaciteiten van de leerling.

De leerling die onvoldoende controle heeft over zijn emoties heeft onderwijsmateriaal nodig dat:

  • Uitdagend is en qua niveau goed aansluit bij de capaciteiten van de leerling.
  • Wat heeft de leerling nodig?

Wat ga je doen? 

Hoe ga je het realiseren?