Primair onderwijs

Verrijkend onderwijs spreekt talenten aan en doet recht aan verschillen.

Dit vraagt om onderwijsprofessionals die vanuit een rijke leeromgeving doelgericht  kunnen inspelen op de capaciteiten, interesses en behoeften van alle leerlingen. Om dit te realiseren zijn schoolbrede onderwijsaanpassingen noodzakelijk die ook ruimte bieden om in te spelen op individuele ontwikkelingsbehoeften.

Visie, draagvlak, deskundigheid en faciliteiten van de school vormen hiervoor de basis.

 

.

Meer informatie Minder informatie
VolgendOntvolgen

Redactie

Verrijken

Kader voor ontwikkelingRecht doen aan individuele verschillen

De samenstelling van de groep, die structureel verrijkingsonderwijs nodig heeft, is divers. Dit variëert van de goed presterende (bovengemiddelde) leerlingen, de slimme (intelligente) leerlingen, zeer intelligente leerlingen tot en met leerlingen met (een hoge mate van) begaafdheidskenmerken. Door de grote diversiteit is het niet mogelijk om één vooraf bepaald verrijkingsaanbod te bieden dat voor alle leerlingen binnen deze "groep" uitdagend en betekenisvol is.

Ook binnen de kleinere groep van leerlingen met begaafdheidskenmerken zijn de onderlinge verschillen groot! Er kan dan ook pas daadwerkelijk sprake van een doorgaande leerlijn, wanneer bij het vormgeven van verrrijkingsonderwijs wordt uitgegaan van onderwijsbehoeften van leerlingen. Om te kunnen spreken van een leerlijn dient er sprake te zijn van een beredeneerde opbouw in inhoud, doelen en leeractiviteiten, die recht doet aan individuele verschillen. Dit betekent dus dat het niet mogelijk is om vooraf gestructureerde doorgaande leerlijnen voor dé (hoog)begaafde leerlingen samen te stellen. Wél is het mogelijk om in gesprek met de leerling en door het opdoen van ervaring met een rijk, gevarieerd en uitdagend aanbod steeds beter zicht te krijgen op wat leerlingen nodig hebben, waardoor hier steeds bewuster en doelgerichter invulling aan gegeven kan worden. Het gaat dus om het loslaten van een voorgestructureerd aanbod en in interactie met de leerling op zoek blijven naar een écht passend aanbod.

Inspelen op begaafdheidskenmerken

Andere opdrachten zijn nodig om in te spelen op de eigenschappen die kenmerkend zijn voor begaafde leerlingen. Verrijkingsmateriaal dient dan ook te voldoen aan de criteria voor verrijking.

In veel methoden is extra lesstof opgenomen die verrijkingsstof genoemd wordt. Deze stof is vaak wel wat moeilijker, maar biedt niet de werkelijke uitdaging voor begaafde leerlingen. Extra werk in de vorm van 'meer van het zelfde of hooguit iets moeilijker' voegt voor hen weinig tot niets toe.

Zinvol verrijken

Bijzonder talentvolle leerlingen (met kenmerken van begaafdheid) hebben behoefte aan leeractiviteiten die een beroep doen op verschillende (denk)vaardigheden. Aan een lesaanbod met ruimte voor eigen inbreng, aansluitend bij eigen interesses. Activiteiten waarbij de nadruk niet zozeer ligt op het onthouden en begrijpen van vaststaande leerinhouden, maar waarbij de leerling wordt uitgedaagd zelf op zoek te gaan naar relevante informatie om tot een oplossing voor een probleem of een antwoord op een vraag te komen.

Het voortdurend aanbieden van leeractiviteiten die hier een beroep op doen, heeft een positieve invloed op de leermotivatie en competentiebeleving van leerlingen.

Actief en doelgericht

Verrijkingsmethoden- en materialen garanderen geen rijk onderwijsaanbod. Belangrijk is dat de verrijkingsstof actief wordt aangeboden. Het initiatief daarvoor ligt bij de leraar, deze maakt het verschil. Er zullen aanvullende doelen geformuleerd moeten worden voor het aanvullende leerstofaanbod en er zullen eisen gesteld moeten worden aan het werken met de verrijkingsstof. Verrijkingsstof is niet vrijblijvend of minder belangrijk. Zorg er daarom voor dat u uitleg, begeleiding en feedback geeft, zowel het product als het proces beoordeelt en deze beoordeling ook rapporteert.

Criteria voor verrijkingsmateriaal

Het aanbieden van aanvullende leerstof is alleen zinvol wanneer deze leerstof aan bepaalde criteria voldoet. De projectgroep 'Omgaan met verschillen' van SLO heeft in 2001 een onderzoek uitgevoerd naar de criteria waaraan uitdagend lesmateriaal moet voldoen. Uit dit onderzoek blijkt dat verrijkingsstof aan de volgende criteria dient te voldoen (Bronkhorst e.a., 2001):

  • beroep doen op creativiteit
  • open opdrachten
  • hoog abstractieniveau
  • hoge mate van complexiteit
  • meerwaarde bieden ten opzichte van reguliere leerstof
  • stimuleren van onderzoekende houding
  • beroep doen op zelfstandigheid van de leerling
  • uitlokken van een reflectieve houding
  • beroep doen op metacognitieve vaardigheden
  • uitlokken van interactie