Subthema-pagina

Denkvoorkeuren

Denkvaardigheden Hoe kunnen analytische, creatieve en praktische denkvaardigheden succesvol ontwikkeld worden?

Leerlingen kunnen verschillende denkvoorkeuren hebben. Er zijn bijvoorbeeld leerlingen die veel originele ideeën hebben, terwijl er van de praktische uitvoering niet of nauwelijks iets terecht komt. Ook zijn er leerlingen die analytisch heel sterk zijn, maar zelden met een creatief idee komen. Andere leerlingen zijn vooral heel praktisch ingesteld.

Mindmap Denkvaardigheden (Sternberg)Wanneer je leerlingen een zelfde opdracht geeft, zal dit dus tot verschillende resultaten leiden. Om succesvol te zijn, moeten leerlingen leren om bewust hun denkvaardigheden te ontwikkelen en in te zetten waar nodig.

Daarom is het belangrijk om inzicht te hebben in het eigen denkprofiel. Door dit te onderzoeken, hierover in gesprek te gaan en door te ervaren hoe en wanneer dit ingezet kan worden, kan de 'succesvolle intelligentie' ontwikkeld worden.

Denkvaardigheden Analytisch denken heeft vooral betrekking op het werken van de hersenen op zich: is het geheugen goed? Is er inzicht, logica, het vermogen om op abstract niveau te denken? De leerstof op school traint leerlingen vaak vooral hierin.

Er kan gericht geobserveerd worden in hoeverre een leerling analytische denkvaardigheden laat zien. In onderstaand overzicht staat  uitgewerkt hoe dit zichtbaar kan zijn bij de leerling in zijn manier van communiceren, tijdens het werk (proces) en in het gerealiseerde product.

 

Communicatie Proces (tijdens het werk) Product

♦ is kritisch

♦ houdt overzicht: eerst dit, dan dat nog ♦ goed geformuleerd
♦ redeneert goed ♦ zoekt graag verdieping: meer informatie (boeken, internet) ♦ logische samenhang
♦ analyseert snel ♦ werkt ook graag alleen aan een (deel)opdracht ♦ toont kennis van en inzicht in het onderwerp
♦ weet (of vraagt) wat precies de bedoeling is van een opdracht ♦ kan goed uitleggen waar het om gaat   
♦ kan goed samenvatten waar het om gaat ♦ evalueert eigen en andermans werk  

 

Denkvaardigheden De vaardigheid creatief denken beschrijft het vermogen van de hersenen om te reageren op denkprikkels van buitenaf: brainstormen als er meer ideeën nodig zijn, combinaties maken, met nieuwe of ongewone ideeën komen, flexibel inspelen op verschillende prikkels.

Er kan gericht geobserveerd worden in hoeverre een leerling creatieve denkvaardigheden laat zien. In onderstaand overzicht staat  uitgewerkt hoe dit zichtbaar kan zijn bij de leerling in zijn manier van communiceren, tijdens het werk (proces) en in het gerealiseerde product.

 

Communicatie Proces (tijdens het werk) Product

♦ komt met nieuwe ideeën

♦ gebruikt verbeelding ♦ beeldend geformuleerd en/of rijk geïllustreerd
♦ denkt in beelden (geeft goede vergelijkingen) ♦ voegt heel verschillende soorten informatie samen tot geheel ♦ onverwachte verbanden tussen elementen/materialen
♦ legt verbanden tussen heel verschillende onderwerpen ♦ komt tot ongewone uitkomsten, oplossingen of inzichten ♦ toont nieuwe / eigenzinnige kijk op het onderwerp
♦ kan goed méédenken met anderen/leeft zich in ♦ heeft een ongewone kijk op problemen  
♦ let op details (inhoud) die anderen niet opvallen ♦ werkt impulsief / lijkt chaotisch  

 

Denkvaardigheden Praktisch (of pragmatisch) denken, beschrijft de denkvaardigheid die is gericht op het resultaat van een (denk)activiteit. Dit is een vaardigheid die op school vaak minder aan bod komt, maar in het leven na school is het minstens zo belangrijk dat je je denkwerk in tastbaar resultaat weet om te zetten. Het is dus ook belangrijk om met deze resultaatgerichte manier van denken te oefenen.

Er kan gericht geobserveerd worden in hoeverre een leerling praktische denkvaardigheden laat zien. In onderstaand overzicht staat  uitgewerkt hoe dit zichtbaar kan zijn bij de leerling in zijn manier van communiceren, tijdens het werk (proces) en in het gerealiseerde product.

 

Communicatie Proces (tijdens het werk) Product

♦ kan goed samenwerken

♦ werkt doelgericht ♦ met inzet en overzicht gewerkt, op tijd af
♦ kan geleerde kennis toepassen ♦ voelt goed aan waar het om gaat in een opdracht in een specifieke setting ♦ beschikbare kennis goed toegepast
♦ organiseert goed: regelt (of vraagt) wie doet wat ♦ motiveert / overtuigt andere kinderen ♦ toont inzicht in doelgerichte toepassing van het onderwerp
♦ toont grote motivatie ♦ maakt goed gebruik van wat voorhanden is om mee te werken  
♦ laat graag zien wat hij/zij weet of kan ♦ werkt betrouwbaar en zelfstandig