Evalueren
Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen in relatie tot een bepaald doel.
Het oordeel is gebaseerd op (al dan niet door de leerling zelf geformuleerde) criteria.
Vaardigheden
- Ideeën vergelijken en van elkaar onderscheiden
- Inschatten van de waarde van theorieën, beroepsproducten
- Maken van beargumenteerde keuzes
- Verifiëren van de waarde van bewijzen
- Herkennen van subjectiviteit
Leerdoelen
Leerdoelen bevatten elementen van alle andere categorieën plus bewuste waardeoordelen, gebaseerd op duidelijk gedefinieerde criteria
De leerling...
- beoordeelt de logische consistentie van geschreven materiaal
- beoordeelt de adequaatheid van de onderbouwing van conclusies
Formulering van vragen /opdrachten
Actiewoorden: beoordeel, beslis, orden, geef een cijfer, toets, meet, geef een aanbeveling, overtuig, selecteer, leg uit, maak een onderscheid, ondersteun, concludeer, vergelijk, vat samen
Voorbeelden:
- Is er een betere oplossing voor...?
- Beoordeel de waarde van... Wat vind je er van...?
- Verdedig je mening over...?
- Vind je … goed of fout?
- Hoe zou jij ... hebben aangepakt?
- Welke veranderingen voor … raad jij aan?
- Geloof jij … Hoe zou jij je voelen als ..?
- Hoe effectief zijn. ..?
- Wat zijn de consequenties van..?
- Welke invloed zal … hebben op ons leven?
- Wat zijn de voors en tegens van ....?
- Waarom is … waardevol?
- Wat zijn mogelijke alternatieven?
- Wie zal winnen / verliezen bij …?