Dubbel bijzonder

Leerlingen met kenmerken van begaafdheid en kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen noemen we "dubbel bijzonder". Meestal worden ze echter niet als zodanig (h)erkend...

Welke signalen zijn van belang om hen beter te begrijpen? Welke mogelijkheden zijn er om hen te begeleiden?

Verken binnen dit thema welke succesvolle strategieen kunnen bijdragen aan de optimale talentontwikkeling van deze bijzondere kinderen.

Meer informatie Minder informatie
VolgendOntvolgen

Redactie

Ruiken - geursensaties

Voor begaafde leerlingen die extra gevoelig zijn met betrekking tot geursensaties kan het afleidend zijn als er sprake is van nare luchtjes in een lokaal. Te denken valt aan luchtjes uit een prullenbak  (oude melkpakjes), gymschoenen of zweetlucht.

Tips:

  • Neem opmerkingen van een leerling over nare luchtjes altijd serieus
  • Ga in gesprek met de leerling over hoe hij geursensaties ervaart.

Indien bovenstaande aansluit bij uw bevindingen bij een specifieke leerling, verken dan de volgende vragen:

  1. Wat zie je bij de leerling?
  2. Wat heeft de leerling op dit moment nodig?
  3. Wat ga je doen?
  4. Hoe ga je het realiseren?

Observeer (opnieuw) de situatie en breng deze in kaart

Wat zie je bij de leerling?

  • Jong gedrag, niet leeftijdadequaat
  • Alles naar de neus brengen, overal aan ruiken
  • Sterk reageren op geuren/luchtjes en daarvan geïrriteerd of afgeleid raken
  • etc

 

Analyseer na de fase van signaleren samen met leerling, ouders en andere betrokkenen het beeld van de situatie. Bepaal wat nodig is om de situatie te veranderen en benoem de onderwijsbehoeften van de leerling.

Wat heeft de leerling op dit moment nodig?

Het is belangrijk dat de leerling ervaart dat hij zelf invloed heeft op zijn eigen ontwikkeling. Hiervoor is het nodig dat de leerling zijn eigen kwaliteiten en uitdagingen (er)kent.

De leerling met problemen in de prikkelverwerking m.b.t. ruiken heeft een leerkracht nodig
 die:

  • Observeert en de problemen in kaart brengt
  • In gesprek gaat met de leerling over hoe de leerling geur prikkels ervaart en er mee omgaat
  • Zich kan verplaatsen in het kind en van daaruit aanpassingen kan doen in de onderwijsomgeving
  • Begrip heeft  voor de overgevoeligheid van de leerling
  • Rekening houdt met deze overgevoeligheid.
  • Bespreekt met ouders wat gezamenlijk gedaan kan worden
  • Respecteert dat geur prikkels afleiden en het leerproces kunnen beïnvloeden
  • Bespreekt met ouders wat gezamenlijk gedaan kan worden om de leerling te leren omgaan met zijn afkeer voor bepaalde luchtjes.

De leerling met problemen in de prikkelverwerking m.b.t. ruiken heeft medeleerlingen nodig die:

  • Elkaar accepteren en respecteren.
  • Met elkaar bespreken hoe iedereen rekening kan houden met elkaar.

Een leerling met problemen in de prikkelverwerking m.b.t. ruiken heeft een onderwijsomgeving nodig:

  • Waarin ruimte is voor uitzonderingen waardoor noodzakelijke aanpassingen gedaan kunnen worden.
  • Waar duidelijke regels gelden.

Een leerling met problemen in de prikkelverwerking mbt ruiken heeft onderwijsmateriaal nodig dat:

  • De leerling helpt om te gaan met zijn overgevoeligheid.
  • Geen onaangename geuren verspreidt (denk aan proefjes etc)..

Wat ga je doen? 

Hoe ga je het realiseren?