Dubbel bijzonder

Leerlingen met kenmerken van begaafdheid en kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen noemen we "dubbel bijzonder". Meestal worden ze echter niet als zodanig (h)erkend...

Welke signalen zijn van belang om hen beter te begrijpen? Welke mogelijkheden zijn er om hen te begeleiden?

Verken binnen dit thema welke succesvolle strategieen kunnen bijdragen aan de optimale talentontwikkeling van deze bijzondere kinderen.

Meer informatie Minder informatie
VolgendOntvolgen

Redactie

Moeite met organiseren

Organisatie verwijst naar het vermogen om een systeem te bedenken en te handhaven waarmee je belangrijke zaken kunt ordenen of bijhouden (zie het boek Slim maar… onder Publicaties).

Bij begaafde leerlingen met organisatieproblemen zie je dat ze bij het begin van de les de juiste materialen nog niet gereed hebben. Ook het opruimen van hun spullen en het ordelijk houden van hun laatje of kastje is moeilijk voor ze.

Indien bovenstaande aansluit bij uw bevindingen bij een specifieke leerling, verken dan de volgende vragen:

  1. Wat zie je bij de leerling?
  2. Wat heeft de leerling op dit moment nodig?
  3. Wat ga je doen?
  4. Hoe ga je het realiseren?

Observeer (opnieuw) de situatie en breng deze in kaart

Wat zie je bij de leerling?

  • Geen plan van aanpak
  • Veel onnodige spullen op tafel, rommel in kastje/laatje
  • Chaotische aanpak van de taak
  • Materialen niet op tijd op tafel voor de les
  • Spullen kwijt zijn
  • Verliest overzicht bij wisselen van gebruik tussen leesboek, werkboek en schrift
  • ....

Tips:

  • Ga in gesprek met de leerling om er achter te komen welke dingen de leerling al onderneemt om zijn belangrijke zaken te organiseren.

Analyseer na de fase van signaleren samen met leerling, ouders en andere betrokkenen het beeld van de situatie. Bepaal wat nodig is om de situatie te veranderen en benoem de onderwijsbehoeften van de leerling.

Wat heeft de leerling op dit moment nodig?

Het is belangrijk dat de leerling ervaart dat hij zelf invloed heeft op zijn eigen ontwikkeling. Hiervoor is het nodig dat de leerling zijn eigen kwaliteiten en uitdagingen (er)kent.

Een leerling met organisatieproblemen heeft een leerkracht nodig die:

  • Observeert wat de oorzaak is van de organisatieproblemen en hoe dit zich uit.
  • In gesprek gaat met de leerling over welke factoren meespelen in het wel of niet kunnen organiseren van belangrijke zaken.
  • Zich kan verplaatsen in het kind en van daaruit aanpassingen kan doen in de onderwijsomgeving of in het materiaal.
  • Rustig, duidelijk en consequent is.
  • Zorgt dat de leerstof aansluit bij het niveau en de interesse van de leerling.
  • Bespreekt met ouders wat gezamenlijk gedaan kan worden

Een leerling met organisatieproblemen heeft medeleerlingen nodig die:

  • Goed kunnen organiseren.
  • De leerling kunnen helpen indien nodig.

Een leerling met organisatieproblemen heeft een onderwijsomgeving nodig die:

  • Gestructureerd en duidelijk is.

Een leerling met organisatieproblemen heeft onderwijsmateriaal nodig dat:

  • Gestructureerd en duidelijk is.

Wat ga je doen? 

Hoe ga je het realiseren?