Begaafdheid

(Hoog)begaafdheid

Ongeveer 10% van alle kinderen en jongeren laat kenmerken zien die kunnen duiden op een hoge mate van begaafdheid. De mate waarin, op welke (talent)gebieden dit zichtbaar kan zijn en hoe dit zich verder uit in persoonlijkheidskenmerken, gedrag of prestaties, is heel verschillend. De diversiteit binnen het begaafdheidsspectrum is dan ook groot.

Naast een hoog ontwikkelingspotentieel beschikken begaafde kinderen vaak over creërend (denk)vermogen en een sterke gedrevenheid. Het is niet vanzelfsprekend dat dit zich ook uit in hoge prestaties op één of meerdere gebieden. Hiervoor is een stimulerende leeromgeving nodig, zowel thuis als op school. Met ouders die inspiratie, stimulans en een veilige thuisbasis bieden en leraren die verrijkend onderwijs vormgeven dat (ook) aansluit bij de ontwikkelingsbehoeften en -mogelijkheden van begaafde kinderen en jongeren.

Meer informatie Minder informatie
VolgendOntvolgen

Redactie

Kieboom

(Hoog)begaafdheid heeft twee onderscheidende factoren: een cognitieve factor (het denk-luik) en een zijnsfactor (het zijns-luik). Naarmate het potentieel hoger is, is er sprake van een hoger en sterker bewustzijn.

Het denk-luik bestaat uit een sterk potentieel, groot creatief denkvermogen, en een hoge mate van motivatie. Het denk-luik uit zich in een grote leerhonger, waar het onderwijs met allerlei onderwijsaanpassingen aan tegemoet kan komen.

Juist het hogere bewustzijn bepaalt de kenmerken van het zijns-luik van (hoog)begaafde leerlingen: de lat automatisch hoog leggen, kritiische instelling, groot rechtvaardigheidsgevoel en gevoeligheid.

Het vraagt van de leraar dat hij de leerling vanuit deze zijnskenmerken probeert te begrijpen en tegemoet treedt; het vraagt van de leerling dat hij de mooie en lastige kanten van deze zijnskenmerken ziet en ermee om leert gaan.

Wanneer de leraar (en ouders) deze zijnskenmerken niet (h)erkennen, bestaat de kans dat een op zich doordachte onderwijsaanpassing niet het beoogde effect heeft. Juist omdat de zijnskenmerken invloed heeft op het functioneren van de (hoog)begaafde leerling in gedrag, denken, houding en (aan)voelen.