Publicatie

Coaching in de studententijd

Over o.a. persoonlijke groei, seksualiteit, religie, relaties, burn-out, begaafdheid

Profielfoto van Annemarie Gerritsen
3 juli 2018 | 3 minuten lezen

Idealiter zijn studenten als ze de universiteit verlaten al voor een deel hun toekomstige zelf op het spoor gekomen. Dit boek biedt daarbij een helpende hand. De relatie met ouders, relaties en seksualiteit, burn-out, pesten, rouw, hoogbegaafdheid, depressie en verslaving; allemaal onderwerpen waar studenten in meerdere of mindere mate mee te maken krijgen. Dit boek behandelt de steeds vaker voorkomende vragen naar zingeving, ook voor niet-westerse studenten. Ook wijdt de auteur een hoofdstuk aan het oplossen van leerproblemen met een psychologische achtergrond.Studieadviseurs, decanen, docenten, studentenpsychologen en coaches vinden in dit boek aanwijzingen en tips hoe met hulpvragen van studenten om te gaan, geïllustreerd met voorbeelden en korte gespreksfragmenten. De nadruk ligt op korte behandelmethodes met behoud van de diepte die een intelligente student vraagt. Coaching in de studententijd ondersteunt interacties met de student en helpt bij het vormen van een toegankelijke benadering naar studenten toe. Voor studenten zelf geeft dit boek inzicht in hun eigen leven en de moeilijkheden die zij kunnen tegenkomen. Het lezen van Coaching in de studententijd informeert, nodigt uit tot gesprek en kan voor studenten de drempel verlagen om moeilijke of beladen onderwerpen te bespreken.Louis Sommeling studeerde klinische psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte daar 25 jaar als studentenpsycholoog. Ook was hij 16 jaar werkzaam bij de Rutgersstichting (bureau voor relaties en seksualiteit).

In 18 hoofdstukken  komen verschillende facetten van het studentenleven aan bod.

Het eerste hoofdstuk geeft een getalsmatig ondersteund overzicht van de problemen waarmee de  studenten naar de studentenpsycholoog komen. Vooral veel stress en faalangst komen voor en andere studeer-problemen zoals gebrek aan structuur en uitstelgedrag.

Vervolgens komt de innerlijke wereld van de student aan bod. Hoofdstukken 3-6  gaan over hoe juist begaafde personen gevaar lopen zich te ontwikkelen tot een persoon met een vals zelf. Tot een persoon die het perfect doet in de ogen van de ander, maar niet het gevoel heeft dat hij echt weet wie hij zelf is, wat hij zelf wil. Dit kan er voor de buitenwereld ideaal uitzien, maar zo voelt het van binnen niet. Van binnen is er een leegte, een gemis. De auteur maakt duidelijk hoe dat van invloed is op het zelfbeeld en bij het aangaan van intieme relaties. Hij kiest het boek: Het drama van het begaafde kind, van Alice Miller, om de dynamiek zichtbaar te maken. Dit loopt als een rode draad door het boek. 

De hoofdstukken 7 en 8 zijn meer praktisch. De moeite van het kiezen wordt besproken, en allerlei studeer-problemen. Naast psychologische achtergronden, worden hier ook handvatten gegeven hoe deze problemen aan te pakken. Zeer behulpzaam voor studenten.

Er wordt naast praktische zaken stilgestaan bij “de wijsheid van de geest”, als het om concentratieproblemen gaat. Waarmee hij bedoelt: misschien kan je je wel niet concentreren omdat iets anders wat belangrijker is opgelost moet worden voor je kan gaan studeren, en helpt je geest je op deze manier.

Hierna twee korte hoofdstukken hoe onopgeloste zaken uit het verleden doorwerken, zoals gepest zijn en onverwerkte rouw.

Vervolgens een uitgebreid hoofdstuk over zingeving. De auteur schenkt veel aandacht aan zingeving-problemen omdat ze onder studenten veel voorkomen. Het gaat over houvast zoeken in redeneren, over angst voor de dood, geen zin meer in het bestaan hebben. Betekenis van religie. Het belang om te komen tot een eigen standpuntbepaling, los te komen van ‘goed of slecht’ zoals gedicteerd door de buitenwereld. Sommeling biedt een nieuwe zingeving aan en geeft ook het adres van zijn site waar je meer tekst over dit onderwerp en meditaties kan vinden.

Vier hoofdstukken gaan over psychologische problemen zoals depressie, verslaving en  hun behandeling. De auteur benadrukt voor vooral studenten het belang van de sfeer van het eerste contact met de hulpverlener. Studenten zijn gevoelig voor afwijzing van hun problemen, met hen was nooit wat aan de hand (in de ogen van hun ouders). Hij beschrijft verschillende behandelingen, waarvan het meest uitgebreid de Pesso-psychotherapie. Sommeling, zelf Pesso psychotherapeut, laat de student ontdekken met als ingang het lichaam, wat hij/ zij van ouders nodig had gehad, om zich te ontwikkelen tot degene die hij/zij is. Vignetten illustreren de methode en geven levendigheid aan het boek. Al beginnend in eerdere hoofdstukken wordt deze therapie, steeds uitgebreider getoond. Eerst neergezet als een lege stoelen techniek tot later een therapie met rolfiguren.

In hoofdstuk 16 en 17 worden specifieke groepen studenten onder de loep genomen, niet-westerse studenten en mannen. Tegenwoordig studeren meer vrouwen dan mannen op de universiteit. En stoppen vaker mannen vroegtijdig met hun studie. De auteur bespreekt waarom mannelijke studenten zo moeilijk hulp zoeken en gaat dieper op de mannelijke identiteit in. Hij vindt het woord  “autonomie” verwarrend, en kiest liever voor het woord zelfstandigheid. Het is van belang dat er ook bij de man evenwicht is tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid, tussen emotionaliteit en rationaliteit en tederheid en sterkte. Zodat hij zich gaat toestaan om hulp te vragen, en zich niet schaamt voor zijn tedere, hulpbehoevende kant.

Tot slot een hoofdstuk dat een pleidooi is om vooral de hulpverlening op de universiteit te houden, waar de studentenpsychologen op de hoogte zijn van de specifieke student omgeving en ook direct met studieadviseurs kunnen communiceren wat de hulpverlening aan deze intelligente, begaafde mensen versnelt.

1 document en 1 links toegevoegd