Blog

Bijzondere leerlingen, opmerkelijke reacties..

Mogen bijzondere leerlingen hun eigen ontwikkeling volgen? Opmerkelijke reacties in de media bij bijzondere schoolprestaties.
Profielfoto van Albert Kaput
(onbekend)
16 augustus 2018 | 3 minuten lezen

Mogen bijzondere leerlingen hun eigen ontwikkeling volgen?

Onlangs viel me in de media op dat er veel aandacht was voor bijzondere kinderen ten tijde van de examenuitslagen. Verschillende leerlingen behaalden of op jonge leeftijd (8-jarige Laurent), of met bijzondere cijfers (6 tienen), hun gymnasium/VWO diploma. Mooie resultaten, zou je zeggen. Fijn dat deze leerlingen op reguliere scholen met hun diploma zoveel kansen krijgen om daarna hun ambities (passie) te volgen, juist soms al op zo jonge leeftijd.

Ik zou willen dat we ons onderwijs zo in konden richten dat het ontdekken en volgen van je passie en ambities voor elke leerlingen vanaf de start in het onderwijs normaal was. Dat onze samenleving daar nog niet rijp voor is, merkte ik aan de bijzondere reacties van volwassenen op deze berichten.

Waarderen van presteren in de vorm van cijfers

Er kwam een oceaan aan reacties, waarin volwassen mensen enerzijds hun zorgen uitten over het welbevinden van deze jongeren en aan de andere kant hen in superlatieven beschreven als “Wonderkind”, “nieuwe Einstein”, “een wereldwonder”. Het waren “ongelofelijke prestaties” die waren neergezet volgens deze bewonderaars. Als we echter nuchter aanschouwen wat er gebeurde, kom je al gauw tot de conclusie dat het voor deze leerlingen geen ‘wonder’ was. Als je naar de leerlingen zelf luistert, heeft de één best hard gewerkt, voor de ander viel het wel mee en nog een derde rolde er gemakkelijk doorheen, waarmee niet duidelijk is waarin het presteren dan zit.

De leerlingen waar het hier om gaat, presteren t.o.v. hun medeleerlingen in cijfers uitgedrukt veel beter of doen het sneller en vallen daardoor op. Misschien hebben zij op meer gebieden dan op academisch gebied ook veel talent, dat mogelijk minder zichtbaar is, omdat we de cijfers nu eenmaal meer waarderen.

Spelen is leren, mag leren ook spelen zijn?

Dat toeschouwers zich zorgen maken over het welbevinden van deze leerlingen, de jonge leerlingen in het bijzonder, komt mogelijk voort uit de gedachte dat een onbezorgde jeugd vooral bestaat uit spelen. ”Leren kunnen ze nog lang genoeg”, is een veel gehoorde uitspraak van ouders, onderwijzers en andere opvoeders.

Spelen is inderdaad belangrijk voor kinderen, laat ik daar duidelijk over zijn. Wellicht is spelen zelfs de manier om te ontdekken hoe de wereld er uit ziet en hoe je daar spelenderwijs mee om kunt leren gaan. Wat door de tijd heen anders is geworden, is de manier waarop er gespeeld wordt. Zou het kunnen zijn dat voor sommige kinderen het spelen met woorden of met getallen evenzo spelen is als een bordspel of een computergame, of zelfs als ‘buitenspelen’? Hun nieuwsgierigheid gaat veel verder dan waar het bevattingsvermogen van de meeste kinderen ophoudt. Een verhoogd bewustzijn, samenwerkend met een meer dan gemiddelde intelligentie en een creatieve geest, geeft deze kinderen de mogelijkheid om anders, sneller en intenser de wereld om hen heen te ontdekken en zichzelf te ontplooien. Als zij daarnaast ook in staat blijken dit toe te passen in een rigide systeem van vaste leerroutes dat wij onderwijs noemen, dan is het volharden in het willen (moeten) aanpassen aan dit systeem de grootste prestatie die zij leveren.

Bijzondere trajecten vragen om een andere vorm van waardering. De leerlingen zelf hebben meer baat bij inhoudelijke feedback, “hoe heb je deze examens ervaren?”, “welk vak was voor jou een echte uitdaging en waar zat dat in?”, “wat zou er gebeurd zijn als je zelf keuzes had mogen maken over wat je wilde leren?”, “waar had je nu dan gestaan?”

Betutteling

Wat ik vooral bijzonder vind, is dat volwassenen van alles vinden over en voor deze kinderen. Woorden als “gezond opgroeien” en “omgaan met leeftijdsgenoten”, komen uit een context waar de meerderheid van de mensheid zich min of meer comfortabel in voelt. Ik heb in dit kader nog niemand gehoord die deze leerlingen gevraagd heeft wat zij  belangrijk vinden voor henzelf en hun ontwikkeling en hoe zij daar zelf aan willen werken.

"Kinderen zijn niet de mensen van morgen, maar mensen van vandaag" (Janus Korczak).


Met andere woorden, neem hen serieus en stop ermee je als volwassene belangrijk te maken. Als wij voor kinderen gaan denken, dan stoppen zij met doen van wat voor hen belangrijk is, namelijk het (spelenderwijs) onderzoeken en ontdekken. Kinderen met bijzondere eigenschappen bewandelen bijzondere wegen. Zij hebben die ruimte nodig en willen vanuit autonomie kunnen handelen. Fijne vriendschappen met andere bijzondere kinderen/volwassenen maken dat zij zich competent en verbonden kunnen voelen. Betutteling leidt hier tot machteloosheid, depressie en suïcidegevoelens. Na 20 jaar werken met deze bijzondere kinderen heb ik geleerd dat het oordelen in dit soort situaties meer zegt over degene die oordeelt dan over het kind. Gun elk kind zijn ontwikkeling hoe bijzonder de weg ook is die het daarvoor loopt.

Albert wat heb je dit treffend verwoord. Het is jammer dat we in het huidige onderwijs nog zo weinig ervaring hebben met al die mooie coachende vragen die in jouw stuk naar voren komen. Natuurlijk zijn er hier en daar al scholen waar ze echt naar de leerling luisteren meer individueel coachen, ruimte maken voor passies en creativiteit en samen op zoek gaan naar een volgende stap, maar dat is zeker nog geen gemeengoed. Ik hoop dat je ondanks dat je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebt met al jou ervaring (aankomende) leraren wil coachen hoe dit aan te pakken.

Groeten van Nora Steenbergen-Penterman (projectleider van het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling (SLO)