Havo/vwo

Aandacht voor talent vraagt om een gevarieerd onderwijsaanbod dat recht doet aan verschillen. Daarnaast is goede begeleiding essentieel. Nu eens ligt het accent op onderwijsaanpassingen voor de -in potentie- beste leerlingen, dan weer op ontwikkeling van specifieke talenten bij toptalenten. Iedere school maakt keuzes. Informatie, praktijkvoorbeelden, voorbeelden van arrangementen en tools voor schoolontwikkeling ondersteunen u bij het maken van keuzes.

Meer informatie Minder informatie
VolgendOntvolgen

Redactie

Differentiëren

Differentiëren binnen een continuüm van onderwijsaanpassingen

Het is belangrijk dat leerlingen zich in een doorgaande lijn kunnen ontwikkelen. Binnen het voortgezet onderwijs betekent dit dat er een breed aanbod van onderwijsarrangementen beschikbaar moet zijn, zowel op havo als op vwo niveau.

Het regulier onderwijs in Nederland is vooral gericht op de gemiddelde leerling. Voor de  bovengemiddelde leerling tot en met de zeer getalenteerde leerling geldt dat er met aanpassingen in het reguliere aanbod beter tegemoet gekomen kan worden aan hun mogelijkheden. Wanneer leerlingen uitgedaagd worden hun talenten te ontwikkelen, heeft dit positieve gevolgen voor hun motivatie en krijgen ze inzicht in hun persoonlijke ontwikkeling.

Havo en vwo richten zich bij hun onderwijsaanpassingen vaak op een bredere groep dan alleen (hoog)begaafde leerlingen. Ook '(zeer) goed presterende leerlingen', 'bovengemiddeld intelligente leerlingen' en 'leerlingen met veel potentie die het (nog) niet in cijfers laten zien' hebben behoefte aan een aangepast onderwijsaanbod waarbinnen zij hun talenten kunnen profileren, verder ontwikkelen en ‘voor de top’ kunnen gaan.

Het verrijkende aanbod kan vakspecifiek zijn en gericht op de ontwikkeling van specifieke talenten van leerlingen; het kan ook gericht zijn op de brede ontwikkeling van vaardigheden en kwaliteiten. De onderwijsaanpassingen  voor leerlingen die meer aan kunnen zijn in het voortgezet onderwijs zeer divers evenals de wijze waarop het georganiseerd is. Er kan een keuze gemaakt worden uit een combinatie van compacten, verrijken, versnellen en/of peergroeponderwijs. Zowel op havo als op vwo gaan verrijkingsprogramma's voor (zeer) talentvolle leerlingen gepaard met het missen van lessen en/of het compacter doorlopen van reguliere lesstof waardoor er tijd vrijkomt voor andere leeractiviteiten. Het komt ook voor dat het rooster met een aantal uren wordt uitgebreid. Het onderwijsaanbod voor (zeer) talentvolle leerlingen wordt vaak ingebed in een groter geheel van aanbod voor álle leerlingen, waarin het ontdekken van talenten en kiezen voor specifieke interessegebieden centraal staat.

Welke keuzes optimaal zijn, verschilt per leerling, omdat iedere leerling eigen individuele (cognitieve èn niet-cognitieve) behoeften heeft. Welke keuzes gemaakt kúnnen worden, is mede afhankelijk van de visie en de mogelijkheden van de school.

Inspelen op begaafdheidskenmerken

Wat niet vergeten mag worden, is dat begaafde leerlingen beschikken over een aantal specifieke kenmerken, die bij de 'goed presterende leerlingen' en de 'bovengemiddeld intelligente leerlingen' niet of minder prominent aanwezig zijn en waarmee wel degelijk rekening gehouden dient te worden. Vaak zijn meerdere onderwijsaanpassingen nodig om tegemoet te komen aan alle behoeften van een (hoog)begaafde leerling op cognitief, sociaal én emotioneel gebied. (Hoogeveen, et al. 2004).