Havo/vwo

Aandacht voor talent vraagt om een gevarieerd onderwijsaanbod dat recht doet aan verschillen. Daarnaast is goede begeleiding essentieel. Nu eens ligt het accent op onderwijsaanpassingen voor de -in potentie- beste leerlingen, dan weer op ontwikkeling van specifieke talenten bij toptalenten. Iedere school maakt keuzes. Informatie, praktijkvoorbeelden, voorbeelden van arrangementen en tools voor schoolontwikkeling ondersteunen u bij het maken van keuzes.

Meer informatie Minder informatie
VolgendOntvolgen

Redactie

Vakspecifiek verrijken

Recht doen aan individuele verschillen

Groepen die verrijkingsonderwijs krijgen, zijn divers samengesteld. Dit varieert van goed presterende (bovengemiddelde) leerlingen, slimme (intelligente) leerlingen, zeer intelligente leerlingen tot en met (hoog)begaafde leerlingen. Door de grote diversiteit is het niet mogelijk om vooraf een verrijkingsaanbod te bieden dat voor alle leerlingen uitdagend en betekenisvol is. Het is daarom goed om over een aantal zaken (hoe, voor wie, wanneer, waar wilt u verrijkingsopdrachten in uw les(-sen) inzetten?) na te denken alvorens het verrijkingsaanbod te bepalen. Hiervoor is een vragenlijst ontwikkeld die u langs al deze vragen leidt. Zie Voorbereiding in het menu rechtsboven.

Daarnaast zal er meer zicht komen op wat leerlingen nodig hebben door met hen in gesprek te gaan en door het opdoen van ervaring met een rijk, gevarieerd en uitdagend aanbod. Daardoor kan er bewuster en doelgerichter invulling aan verrijkingsmateriaal gegeven worden. Het gaat dus zowel om het loslaten van een voorgestructureerd aanbod als om de interactie met de leerling. Blijf kritisch en blijf op zoek naar een passend verrijkend aanbod.

Verrijkingsmateriaal dient te voldoen aan bepaalde criteria voor verrijken. U vindt hieronder de algemene criteria voor verrijkingsmateriaal en via het menu rechtsboven kunt u gericht naar de uitwerkingen per vak met voorbeeldmaterialen zoeken.

Algemene criteria verrijkingsmateriaal

Criterium Toelichting

Heeft een hoge moeilijkheidsgraad

  • Bevat een moeilijk, abstract onderwerp waar leerlingen nog weinig voorkennis over hebben;
  • Doet een beroep op hogere denkvaardigheden;
  • Laat leerlingen echte problemen oplossen (zinvol product bestemd voor een echt of denkbaar publiek ook uit bijvoorbeeld de beroepsmatige praktijk);
  • Laat leerlingen werken met een groot aantal gevarieerde bronnen;
  • Laat leerlingen kennismaken met ethische en morele dilemma's die typerend zijn voor het interessegebied of aansluiten bij de dagelijkse praktijk.

 

Bevat open opdrachten

 

  • Doet een beroep op hun probleemoplossend vermogen;
  • Stimuleert het kritische denkvermogen;
  • Laat leerlingen zoeken naar samenhang en verbanden (transfer naar andere vakgebieden);
  • Varieert in schriftelijke en mondelinge bronnen en soorten media;
  • Biedt de leerlingen ruimte om eigen oplossingsmethoden uit te denken en toe te passen.

Stimuleert een onderzoekende houding bij leerlingen

 

  • Laat leerlingen werken met (wetenschappelijke) theorievorming en/of beroepsmatige praktijk;
  • Laat leerlingen werken met abstracte begrippen en generalisaties;
  • Laat leerlingen onderzoek doen door bijvoorbeeld gegevens te laten verzamelen en daaruit conclusies te laten trekken;
  • Laat leerlingen bewijzen en voorbeelden zoeken bij generaliserende opvattingen of stellingen;
  • Laat leerlingen zelfstandig complexe informatie of bronnen beoordelen.

Vraagt om een reflectieve houding

  • Laat leerling kritisch gebruik maken van bronmateriaal;
  • Ondersteunt en begeleidt leerlingen bij het leren leren;
  • Laat leerlingen een logboek gebruiken (een instrument wat hen helpt te reflecteren);
  • Laat leerlingen reflecteren op aanpak, eindresultaat en inzet van kennis, vaardigheden en competenties in opdrachten;
  • Laat leerlingen andere leerlingen begeleiden:
  • Laat leerlingen feedback geven op elkaar (op product en proces);
  • Stimuleert de metacognitieve vaardigheden van de leerlingen;

Geeft ruimte aan talentontwikkeling

  • Helpt leerlingen inzicht in eigen talenten en eigen leervoorkeuren te krijgen;
  • Stelt leerlingen in staat om te werken aan eigen gekozen onderwerpen en activiteiten;
  • Biedt een variatie aan opdrachten die tegemoet komen aan verschillende leerstijlen;
  • Stimuleert de persoonlijke ontwikkeling.

U vindt op deze website mogelijke uitwerkingen van deze criteria voor de volgende vakken:

Nederlands Engels Duits Frans Geschiedenis Aardrijkskunde  
 
Wiskunde Natuurkunde Biologie Kunstvakken Bewegings-
onderwijs 
en sport
   
   

Per vak komen hierbij steeds de volgende onderdelen aan bod:

  • Vakspecifieke visie
  • Voorbeeldmateriaal bij kenmerken voor verrijkingsmateriaal
  • Verrijken van opdrachten